Powered by

Het NOBV doet onderzoek op verschillende
locaties, waar aan uiteenlopende maatregelen
en situaties gemeten wordt. Op alle locaties
worden broeikasgasfluxen gemeten. Ook
worden de bodemchemische en bodemfysische
eigenschappen onderzocht en wordt er ook
gemeten aan bodemdaling.
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de emissie uit veenweiden moet worden verminderd met 1,0 Mton CO2 per jaar in 2030. Om meer inzicht te krijgen in de huidige emissies en de effecten van maatregelen op de broeikasgasemissies is het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV) gestart in december 2019. Het NOBV meet op verschillende locaties verspreid door het Nederlandse veenweidebied aan verschillende maatregelen: waterinfiltratiesystemen, natte teelten en bodemaanpassing.
De onderzoeksresultaten van het NOBV worden in 2024 opgeleverd. In het najaar van 2021 zijn de eerste twee meetjaren afgerond en zijn de eerste bevindingen opgetekend in een data-analyserapport. Een belangrijke constatering na deze eerste twee meetjaren is dat de werking en effectiviteit van maatregelen complex is. Effecten van maatregelen zijn afhankelijk van specifieke condities. Resultaten kunnen dus per gebied en van jaar tot jaar verschillen. Dat betekent dat huidige bevindingen voorlopig zijn; er zijn meer meetjaren nodig om conclusies te kunnen trekken. De eerste bevindingen zijn onder te verdelen in vijf hoofdpunten:
In de komende jaren worden de metingen op de bestaande locaties voortgezet en wordt het aantal meetlocaties verder uitgebreid. Zo komen er meetlocaties bij waar aan de nieuwe maatregel klei in veen gemeten gaat worden. Ook worden er verkennende metingen aan verschillende natte teelten, zoals veenmos, cranberry en miscanthus, opgezet. Daarmee wordt het inzicht in de effecten van deze maatregelen vergroot. Door meer data te vergaren worden de onzekerheden steeds verder verkleind.
De rapportages vindt u hier:
> Operationele jaarrapportage 2020-2021
> Data-analyse 2020-2021
> Meetprotocol
Het NOBV doet onderzoek naar de uitstoot van broeikasgassen uit veen en de effectiviteit van maatregelen daartegen. Daarbij is de maatschappelijke en technische haalbaarheid van maatregelen ook van belang. Daarom zijn er in 2020 een aantal studies geïnitieerd waarin is gekeken naar verschillende aspecten van haalbaarheid. Welke thema’s zijn onderzocht?
In deze zes deelstudies is geïnventariseerd welke factoren van invloed zijn op de haalbaarheid van maatregelen en of hierover voldoende kennis beschikbaar is. Daarbij is ook onderzocht wat er nodig is om maatregelen haalbaar te maken.
Meer weten over de haalbaarheidsstudies of de webinars over deze studies bekijken? Kijk dan hier.
De voortgang van het NOBV wordt jaarlijks vastgelegd in een voortgangsrapportage. Voor het eerste meetjaar (1 september 2019 tot 1 juli 2020) is de rapportage is een weergave van de inhoudelijke stand van zaken van het onderzoeksprogramma. In dit eerste onderzoeksjaar waren de activiteiten gericht op het inhoudelijk en organisatorisch inrichten van het onderzoeksprogramma. De rapportage geeft de inhoudelijke voortgang weer. Er worden nog geen resultaten beschreven; daarvoor zijn immers meerdere meetjaren nodig.
Inmiddels zijn er acht werkende meetlocaties, die representatief zijn voor de verschillende veentypen die Nederland kent. In het eerste onderzoeksjaar is allereerst op de eerste vijf locaties bepaald welke maatregelen voldoende meetbaar zijn. Concreet betekent dat de maatregelen een bepaalde schaal hebben en al uitgevoerd zijn. Daarbij is vooral gekeken naar lopende pilots. Dit heeft geresulteerd in het meten aan de volgende typen maatregelen waarin ook de variatie in de ondergrond is meegenomen:
In het eerste meetjaar is ook gewerkt aan het opstellen van een meetprotocol voor het meten van broeikasgasuitstoot en bodemdaling in het veenweidegebied. Dit meetprotocol wordt de komende jaren steeds geactualiseerd en aangevuld.