Tag Archief van: bodemopbouw

Congres 30 september 2024

Congres 30 september 2024



Op 30 september vond het NOBV-congres plaats in het Huis van de Provincie Utrecht. De posters en de presentaties van de deelsessies zijn te vinden op deze pagina.

Posters

Duygu Tolunay (Universiteit Utrecht/NWA-LOSS)

Afbraakfactoren in Nederlandse veenprofielen

Simone Weidner (Universiteit Utrecht)

Microbiële afbraakprocessen in veenbodem

Erne Blondeau (Wageningen University)

Effecten van grondwaterpeil, bemesting en beweiding op N2O emissie uit veenweidebodem

Tom Wils (TU-Delft/NWA-LOSS)

Interveniëren in de veenweidegebieden

Ralf Aben (Radboud Universiteit Nijmegen)

CO2-uitstoot uit veenweidegebieden en potentie van uitstootreductie door waterinfiltratiesystemen 

Veronique Boon (Vrije Universiteit)

Invloed van vernatting op de verdamping van veenweiden

Judith van der Knaap (Radboud Universiteit Nijmegen)

Slootemissies in het veenweidegebied dragen substantieel bij aan de totale landschapsemissies

Laura van der Poel (Wageningen University)

AI-model op basis van vliegtuig- en torenmetingen bevestigt de relatie tussen grondwaterstand en CO2-emissies uit veenweiden

Jim Boonman (Vrije Universiteit)

Afbraakprocessen: tot op de bodem

Presentaties Deelsessies

Deelsessie Broeikasgasemissies uit natte teelten en natte natuur

Deelsessie Natte graslanden en waterinfiltratiesystemen

Deelsessie Modellen: SWAP-Animo en Peatland-VU

Deelsessie SOMERS

Ode aan de veenweide

Frank van Pamelen

Ode aan de veenweide

Bevindingen

Wetenschappelijke artikelen



De wetenschappelijke papers die het NOBV
tot nu toe heeft gepubliceerd zijn te vinden
op deze pagina.

Monitoring long-term peat subsidence with subsidence platens in Zegveld, The Netherlands

Dit paper, geschreven door een team van onderzoekers van Wageningen Environmental Research en Deltares, is gebaseerd op data uit het NOBV en 50 jaar veldmetingen. In Zegveld zijn in 1970 in een perceel met een laag slootwaterpeil en in 1973 op een perceel met een hoog slootwaterpeil bodemdalingsplaten aangebracht. De platen zijn op 7 verschillende dieptes geplaatst, waardoor onderzocht kan worden waar in het veenprofiel bodemdaling optreedt. De hoogte van zowel de platen als het bodemoppervlak is elk jaar aan het einde van de winter gemeten door landmeters. Daardoor zijn er voor een tijdreeks (tot 2023) gegevens beschikbaar over de bodemhoogte, die nu zijn geanalyseerd.

Auteurs: Harry T. Massop (WENR), Rudi Hessel (WENR), Jan J.H. van den Akker (WENR), Sanneke van Asselen (Deltares), Gilles Erkens (Deltares), Paul A. Gerritsen (WENR), Frank H.G.A. Gerritsen (WENR)

> Lees het hele artikel hier.

A Bayesian inference approach to determine experimental Typha latifolia paludiculture greenhouse gas exchange measured with eddy covariance

Een van de methodes die in het NOBV worden gebruikt om broeikasgasemissies uit veenbodems te meten is de Eddy Covariance (EC)-mast. Met een EC-mast worden emissies gemeten over een oppervlak van ongeveer een hectare. Deze studie gaat over de EC-metingen aan lisdodde op de NOBV-locatie in Zegveld.

Auteurs: Alexander J.V. Buzacott (VU), Merit van den Berg (VU), Bart Kruijt (WUR), Jeroen Pijlman (Louis Bolk Instituut), Chrisitan Fritz (RUN), Pascal Wintjen (TNO), Ype van der Velde (VU)

> Lees het hele artikel hier.

CO2 emissions of drained coastal peatlands in the Netherlands and potential emission reduction by water infiltration systems

Wat is de relatie tussen grondwaterstand en CO2-emissies in Nederlandse veenweidegebieden en in hoeverre zijn waterinfiltratiesystemen effectief om emissies te verminderen? Daarover verscheen deze paper in Biogeosciences.

Auteurs: Ralf Aben (RUN), Daniel van de Craats (WENR), Jim Boonman (VU), Stijn Peeters (RUN), Bart Vriend (VU), Coline Boonman (RUN), Ype van der Velde (VU), Gilles Erkens (Deltares/UU), Merit van den berg (VU)

> Lees het hele artikel hier.

Transparent automated CO2 flux chambers reveal spatial and temporal patterns of net carbon fluxes from managed peatlands

Hoe meten we CO2 emissies uit veenbodems? In het NOBV gebruiken we drie verschillende methodes: automatische kamermetingen die meten over een oppervlak van ongeveer een vierkante meter, met Eddy Covariance (EC)-masten die emissies meten over een groter oppervlak (ongeveer een hectare) en met een vliegtuig worden metingen gedaan over een groot gebied (honderden hectaren). Alle drie de systemen worden in het onderzoeksprogramma gebruikt, maar de resultaten zijn tot nu toe nog niet in detail met elkaar vergeleken. In deze studie zijn de inzichten die de automatische kamermetingen opleveren vergeleken met de metingen met een EC-mast.

Auteurs: Jim Boonman (VU), Alexander J.V. Buzacott (VU), Merit van den Berg (VU), Corine van Huissteden (VU), Ype van der Velde (VU)

> Lees het hele artikel hier.

Rewetting drained peatlands through subsoil infiltration stabilises redox-dependent soil carbon and nutrient dynamics

Eeuwen van ontwatering hebben de veenafbraak in Nederlandse veenweidegebieden gestimuleerd. Om de toename van broeikasgasemissies en bodemdaling als gevolg daarvan tegen te gaan, zijn passieve en actieve waterinfiltratiesystemen (WIS) ontwikkeld voor het vernatten van veenweidegebieden. In deze studie hebben we de effecten van WIS-systemen op de grondwaterstanden, de samenstelling van het poriënwater en het redoxpotentieel in vier gedraineerde veengebieden in Nederland bestudeerd om te bepalen hoe bodemprocessen worden beïnvloed, met name in koolstof- en nutriëntendynamiek.

Auteurs: Sarah Faye Harpenslager (B-Ware), Gijs van Dijk (B-Ware), Jim Boonman (VU), Stefan T.J. Weideveld (B-Ware),  Bas van der Riet (B-Ware), Mariet M. Hefting (VU), Alfons J.P. Smolders (B-Ware)

> Lees het hele artikel hier.

Redox potential is a robust indicator for decomposition processes in drained agricultural peat soils: A valuable tool in monitoring peatland wetting efforts

Omdat aerobe oxidatie (oxidatie met zuurstof, boven de grondwaterstand) het grootste aandeel heeft in de netto veenafbraak, blijft anaerobe oxidatie (zonder zuurstof) vaak onderbelicht. In di NOBV-onderzoek zijn alle vormen van oxidatie in de veenbodem succesvol in kaart gebracht met behulp van redoxsensoren. Door het gebruik van de sensoren hebben we geleerd hoe bodemprocessen verschillen van locatie tot locatie en hoe deze processen veranderen nadat onderwaterdrainage is aangelegd: door het uitputten van de ijzer- en sulfaatvoorraden in de bodem is er bijvoorbeeld meer kans op methaanvorming, vooral vlakbij onderwaterdrains. Ook bleek uit dit onderzoek dat het indringen van zuurstof in de bodem vaak gelimiteerd is bij lage grondwaterstanden.

Auteurs: Jim Boonman (VU), Sarah Faye Harpenslager (B-Ware), Gijs van Dijk (B-Ware), Alfons J.P. Smolders (B-Ware), Mariet M. Hefting (VU), Bas van der Riet (B-Ware), Ype van der Velde (VU)

> Lees het hele artikel hier

Cutting peatland CO2 emissions with water management practices

In oktober 2022 is het eerste wetenschappelijke NOBV-artikel getiteld “Cutting peatland CO2 emissions with water management practices” geaccepteerd voor publicatie in het Journal of Biogeosciences. Het artikel bespreekt een nieuwe methode om veenafbraak te simuleren op basis van bodemvocht en temperatuur.

Auteurs: Jim Boonman (Vrije Universiteit), Mariet M. Hefting(Universiteit Utrecht), Corine J. A. van Huissteden(Vrije Universiteit), Merit van den Berg (Vrije Universiteit), Jacobus (Ko) van Huissteden(Vrije Universiteit), Gilles Erkens (Deltares), Roel Melman (Deltares), and Ype van der Velde (Vrije Universiteit)

> Lees het hele artikel hier

> Lees de Nederlandstalige samenvatting van het artikel hier

Probabilistic Estimation of InSAR Displacement Phase Guided by Contextual Information and Artificial Intelligence

Het NOBV werkt intensief samen met het onderzoeksprogramma NWA-LOSS (Living on Soft Soils) en de Regio Deal Bodemdaling Groene Hart aan het klaarmaken van InSAR-data voor het bepalen van bodemdaling in het veenweidegebied. PhD Philip Conroy (TU Delft/NWA-LOSS) schreef en paper over het gebruik van InSAR voor het monitoren van de bodembeweging van de Nederlandse veengebieden getiteld: “Probabilistic Estimation of InSAR Displacement Phase Guided by Contextual Information and Artificial Intelligence“.

Auteurs: Philip Conroy (TU Delft), Simon A.N. van Diepen (TU Delft), Sanneke van Asselen (Deltares), Gilles Erkens (Deltares), Freek J. van Leijen (TU Delft), Ramon F. Hanssen (TU Delft)

> Lees het hele artikel hier

> Lees hier de Nederlandstalige samenvatting van het artikel

Bevindingen

Bevindingen



Het NOBV doet onderzoek op verschillende
locaties, waar aan uiteenlopende maatregelen
en situaties gemeten wordt. Op alle locaties
worden broeikasgasfluxen gemeten. Ook
worden de bodemchemische en bodemfysische
eigenschappen onderzocht en wordt er ook
gemeten aan bodemdaling.

Eerste bevindingen NOBV

Achtergrond NOBV


In het Klimaatakkoord is afgesproken dat de emissie uit veenweiden moet worden verminderd met 1,0 Mton CO2 per jaar in 2030. Om meer inzicht te krijgen in de huidige emissies en de effecten van maatregelen op de broeikasgasemissies is het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV) gestart in december 2019. Het NOBV meet op verschillende locaties verspreid door het Nederlandse veenweidebied aan verschillende maatregelen: waterinfiltratiesystemen, natte teelten en bodemaanpassing.


Eerste bevindingen


De onderzoeksresultaten van het NOBV worden in 2024 opgeleverd. In het najaar van 2021 zijn de eerste twee meetjaren afgerond en zijn de eerste bevindingen opgetekend in een data-analyserapport. Een belangrijke constatering na deze eerste twee meetjaren is dat de werking en effectiviteit van maatregelen complex is. Effecten van maatregelen zijn afhankelijk van specifieke condities. Resultaten kunnen dus per gebied en van jaar tot jaar verschillen. Dat betekent dat huidige bevindingen voorlopig zijn; er zijn meer meetjaren nodig om conclusies te kunnen trekken. De eerste bevindingen zijn onder te verdelen in vijf hoofdpunten:

  • De effectiviteit van maatregelen is afhankelijk van omstandigheden zoals het weer, de bodemopbouw, doorlatendheid, kwel en wegzijging, en de wijze van aanleg van de maatregel. Inzicht in de rol en wisselwerking van deze condities is noodzakelijk om de emissies en de effectiviteit van maatregelen beter te kunnen voorspellen.
  • Het verhogen van het slootwaterpeil heeft een reducerend effect op de CO2-uitstoot. Daarbij zien we dat bij een slootwaterpeil tussen de grofweg -20 cm en de -50/60 cm beneden maaiveld onderwaterdrainage verdere reductie oplevert.
  • Bij natte teelten en bij een hoge grondwaterstand rondom maaiveld (dit geldt ook voor natuur) kan methaanemissie een grote rol spelen. Meer inzicht in de processen achter deze emissie moet duidelijk maken wat de methaanemissie veroorzaakt en welke mogelijkheden er zijn om de emissies van deze teelt te beperken.
  • Metingen en modeluitkomsten kennen nog onzekerheden. Langjarig meten en verdere analyse van mechanismen in de bodem is daarom noodzakelijk.
  • Het framework voor het monitoren van de voortgang van CO2-reducerende maatregelen in het veenweidegebied ligt er. De komende jaren zullen met meer data de onzekerheden in de uitkomsten verder worden verkleind.

Vervolg onderzoek


In de komende jaren worden de metingen op de bestaande locaties voortgezet en wordt het aantal meetlocaties verder uitgebreid. Zo komen er meetlocaties bij waar aan de nieuwe maatregel klei in veen gemeten gaat worden. Ook worden er verkennende metingen aan verschillende natte teelten, zoals veenmos, cranberry en miscanthus, opgezet. Daarmee wordt het inzicht in de effecten van deze maatregelen vergroot. Door meer data te vergaren worden de onzekerheden steeds verder verkleind.

Rapportages


De rapportages vindt u hier:
> Operationele jaarrapportage 2020-2021
> Data-analyse 2020-2021
> Meetprotocol

Haalbaarheidsstudies

Het NOBV doet onderzoek naar de uitstoot van broeikasgassen uit veen en de effectiviteit van maatregelen daartegen. Daarbij is de maatschappelijke en technische haalbaarheid van maatregelen ook van belang. Daarom zijn er in 2020 een aantal studies geïnitieerd waarin is gekeken naar verschillende aspecten van haalbaarheid. Welke thema’s zijn onderzocht?

  • Waterkwantiteit en waterbeheer (over het effect op de waterverdeling en waterbeschikbaarheid)
  • Biodiversiteit, bodem- en waterkwaliteit (over het effect op de biodiversiteit en kwaliteit van water en bodem)
  • Bedrijfsvoering (over het effect op bedrijfsvoering en de overgang naar een andere bedrijfsvoering)
  • Betaalbaarheid (over de kosten en baten van maatregelen op bedrijfsniveau en op maatschappelijk niveau)
  • Kennisdeling (over de kennisbehoefte van en kennisdeling tussen stakeholders)
  • Governance (over de rolverdeling tussen stakeholders en inzetbaarheid van juridische instrumenten). Hierbij is ook gekeken naar de mogelijkheden om peilbeheer in te zetten om bodemdaling tegen te gaan.

In deze zes deelstudies is geïnventariseerd welke factoren van invloed zijn op de haalbaarheid van maatregelen en of hierover voldoende kennis beschikbaar is. Daarbij is ook onderzocht wat er nodig is om maatregelen haalbaar te maken.

Meer weten over de haalbaarheidsstudies of de webinars over deze studies bekijken? Kijk dan hier.

Voortgangsrapportage 2020

De voortgang van het NOBV wordt jaarlijks vastgelegd in een voortgangsrapportage. Voor het eerste meetjaar (1 september 2019 tot 1 juli 2020) is de rapportage is een weergave van de inhoudelijke stand van zaken van het onderzoeksprogramma. In dit eerste onderzoeksjaar waren de activiteiten gericht op het inhoudelijk en organisatorisch inrichten van het onderzoeksprogramma. De rapportage geeft de inhoudelijke voortgang weer. Er worden nog geen resultaten beschreven; daarvoor zijn immers meerdere meetjaren nodig.

Inmiddels zijn er acht werkende meetlocaties, die representatief zijn voor de verschillende veentypen die Nederland kent. In het eerste onderzoeksjaar is allereerst op de eerste vijf locaties bepaald welke maatregelen voldoende meetbaar zijn. Concreet betekent dat de maatregelen een bepaalde schaal hebben en al uitgevoerd zijn. Daarbij is vooral gekeken naar lopende pilots. Dit heeft geresulteerd in het meten aan de volgende typen maatregelen waarin ook de variatie in de ondergrond is meegenomen:

  • waterinfiltratiesystemen (onderwaterdrainage, drukdrainage, verhoogd slootpeil);
  • natte teelt.

In het eerste meetjaar is ook gewerkt aan het opstellen van een meetprotocol voor het meten van broeikasgasuitstoot en bodemdaling in het veenweidegebied. Dit meetprotocol wordt de komende jaren steeds geactualiseerd en aangevuld.