Powered by

Veelgestelde vragen en antwoorden zijn
op deze pagina verzameld per thema.
Hebt u ook een vraag? Laat het ons weten
via info@nobveenweiden.nl.
Zijn er vergelijkbare onderzoeken in het buitenland?
Met Duitsland en Denemarken vindt intensief overleg plaats over resultaten, meetmethoden en dergelijke. Verder zijn in de wetenschappelijke adviescommissie van het NOBV buitenlandse experts opgenomen.
Wat verklaart de verschillen met onderzoek in het buitenland?
Er lopen vergelijkbare onderzoeken in o.a. Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Veenbodems en emissies kunnen sterk verschillen tussen gebieden. Denk aan verschillen in type veen, (historisch) grondgebruik en klimaat. Daarnaast wordt in andere landen uitgegaan van empirische relaties, dus metingen op verschillende locaties waarna een lijn door de puntenwolk wordt getrokken. Daarbij vallen verschillen in emissies tussen gebieden weg, en zegt de gevonden relatie dus weinig over de emissies en het effect van maatregelen op specifiek plekken. Het NOBV richt zich op mechanistisch begrip. Daarmee kunnen we meer betrouwbare uitspraken doen over emissies en het effect van maatregelen voor verschillende gebieden, want daar kan veel verschil tussen zitten.
Met Duitsland en Denemarken vindt intensief overleg plaats over resultaten, meetmethoden en dergelijke. Verder zijn in de wetenschappelijke adviescommissie van het NOBV buitenlandse experts opgenomen.
Hoe gaat het NOBV om met het risico dat beperkte metingen op één of enkele locaties een onnauwkeurig beeld geven van het gehele veengebied?
Wat is de uitstoot uit meren en plassen van broeikasgasemissies in veenweidegebied?
Wordt er onderscheid gemaakt tussen emissie uit gewas en emissie uit de bodem bij het meten van emissie?
Klei- en zandgronden stoten ook CO2 uit. Wordt dit meegenomen in het onderzoek?
Hoe verhouden de meetresultaten zich tot de huidige Van den Akker-functies?
Is de hoeveelheid vocht in gewassen van invloed op de resultaten bij InSAR?
Wordt er naar verschillende grondlagen gekeken? Of wordt er aangenomen dat de volledige grondlaag homogeen is?
Bekijk ook de Deltafact Bodemdaling >
Hoe is het te verklaren dat zowel het grondwater als de verzadigde zone verantwoordelijk lijkt te zijn voor het ademen van de bodem?
Wat zijn de effecten van maatregelen op beheer en onderhoud van het watersysteem?
Wat zijn de gevolgen van maatregelen voor biodiversiteit, bodemkwaliteit en waterkwaliteit?
Wat betekenen maatregelen voor bedrijfsvoering en voor governance?
Wat zijn de kosten en baten van maatregelen op bedrijfsniveau en op maatschappelijk niveau?
Hoe groot is de extra watervraag bij vernattingsmaatregelen?
Waar halen we het extra water voor vernatting vandaan?
Bekijk de factsheets over maatregelen
Hoe zit het met de watervraag van onderwaterdrainage, is de waterbeschikbaarheid geen probleem?
Hoeveel wegsijping, en dus suppletie is er nodig bij drukdrainage?
Wat is de verklaring van de eerder gevonden hoge emissies en beperkte effectiviteit van waterinfiltratie in Friesland?
Er zijn verschillen tussen gebieden die van invloed kunnen zijn op de effectiviteit van maatregelen, en er zijn verschillen in de manier waarop een maatregel wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld het slootpeil is van grote invloed op de effectiviteit van onderwaterdrainage als maatregel. De eerder gevonden hoge emissies en beperkte effectiviteit van waterinfiltratie in Friesland zijn gemeten in een door de Radboud Universiteit uitgevoerd onderzoek in de Friese veenweiden over de periode 2017-2019. De bevindingen zijn genuanceerder dan de berichtgeving destijds aangaf. Onderwaterdrainage met hogere slootpeilen dan de in Friesland toegepaste de 60 cm beneden maaiveld zou, zoals in het onderzoek wordt benoemd, wellicht effectief kunnen zijn. Naast het slootpeil zouden andere variabelen een rol kunnen spelen bij het oxidatieproces en bij (het gebrek aan) effectiviteit, zoals bijvoorbeeld de toegepaste drainafstand en een andere samenstelling van het veen.
Over het algemeen blijkt uit het onderzoek door het NOBV dat onderwaterdrainage, mits goed aangelegd en bij een voldoende hoog slootpeil, effectief is in het tegengaan van CO2-uitstoot door veenafbraak, ook in Friesland. De verklaring voor de verschillen tussen Friesland in eerder onderzoek en West Nederland worden verder onderzocht.
Wat is het effect van de drainafstand op broeikasgasemissies?
De drainafstand heeft invloed op het effect van de waterinfiltratie op de grondwaterstand en daarmee op de CO2-emissie. Door de weerstand in het veen is het effect van infiltratie op de grondwaterstand groter direct naast de drains dan midden tussen de drains. In droge periodes leidt dit tot een holle grondwaterspiegel. De drainafstand moet daarom klein genoeg zijn om ook midden tussen de drains de grondwaterstand te verhogen. De KIWA-richtlijn voor waterinfiltratiesystemen adviseert een drainafstand van 4 m, tot maximaal 6m als de doorlatendheid van het veen hoog is.
Naast de drainafstand hebben onder andere het slootwaterpeil of putpeil (bij actieve WIS) en lokale eigenschappen zoals de kwel/wegzijgingssituatie en de doorlatendheid van het veen invloed op de effectiviteit.
Wat is beter: sturen op een zo constant mogelijke grondwaterstand of laten fluctueren?
Vooralsnog lijkt het gunstiger om een zoveel mogelijk constante grondwaterstand te hanteren. Het veen dat zich meestal onder de grondwaterstand bevindt blijkt net zo gevoelig voor afbraak wanneer er zuurstof bij komt, als veen dat vaker met zuurstof in aanraking is geweest. Bij een tijdelijke zuurstofindringing is dit veen dan ook meteen kwetsbaar voor afbraak. Daarnaast kunnen fluctuerend zuurstofarme en zuurstofrijke condities omstandigheden creëren die extra gunstig zijn voor de microben die het veen afbreken door de accumulatie van bepaalde afbraakproducten.
Wordt er ook gekeken naar de waterkwaliteit bij natte teelten?
Wat is het effect van tijdelijke watertekorten op de persistentie van natte teelten?
Kan het beïnvloeden van de samenstelling van veenweidegrond, door de structuur en/of bodemgesteldheid aan te passen, van gunstige invloed zijn om emissie van ongewenste gassen te reduceren? Bijv. het door toevoegen van natuurlijke mineralen zoals kleimineralen en/of vulkanisch as in weidegebied.